Wat is de betekenis van Seizoenarbeider?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

seizoenarbeider

iemand die seizoenarbeid verricht. iemand die voor zijn beroep seizoenarbeid verricht. Voorbeelden: Frylink maakt gebruik van de diensten van een koppelbaas die, zelf woonachtig in Belfast, de hoofdstad van Noord-Ierland, hele busladingen vol seizoenarbeiders regelrecht de bollen in dumpt. http://www.gebladerte.nl/00452p26.htm...

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

seizoenarbeider

(1978) (sold.) kort-verbandvrijwilliger. • (Henk Salleveldt: Het woordenboek van Jan Soldaat. 1978)

2024-04-29
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Seizoenarbeider

Seizoenarbeider - denigrerende benaming voor een kort verbandvrijwilliger. Syn.: premiejager.

2024-04-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

seizoenarbeider

een arbeider die alleen gedurende een bepaalde periode van het jaar (seizoen) nodig is. In de landbouw en aanverwante industrie treft men veel seizoenarbeiders aan, b.v. bij de suikerbietencampagne.

2024-04-29
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Seizoenarbeider

is een losse arbeider, die voor een bepaalde tijd of voor een bepaald werk door een werkgever in dienst genomen is. Uiteraard geschiedt dit het meest in perioden, waarin binnen een bepaalde tijd veel werk moet worden verricht, b.v. in de hooitijd, voor het schoonhouden of plukken van vlas, voor het plukken van fruit, voor de graanoogst, gedurende h...

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Seizoenarbeider

m. (-s), arbeider in een seizoenbedrijf: steenbakkers zijn seizoenarbeiders.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Seizoenarbeider

m. (-s), arbeider in een seizoenbedrijf.

Gerelateerde zoekopdrachten