Zuid-Amerikaanse loopvogel.
grote en zeer snelle, drietenige, Zuid-Amerikaanse loopvogel met een lange nek, een kleine kop en verhoudingsgewijs grote ogen, een bruin, grijs of wit verenkleed en een wit onderlichaam, die gras etend in groepen over open vlaktes trekt, veelal in het gezelschap van andere grazers.
Wordt ook gebruikt om nandoes van de soort Rhea americana aan te duiden.
Voorbeelden:
De vrouwtjesnandoe legt haar eieren naast het nest, het mannetje neemt ze in het voorbijgaan op en rolt ze met zijn snavel naar de broedplaats toe! In de pampa zien we de nandoe (of pampastruis) met grote snelheid in een zigzaggende beweging rennen… Zijn vleugels, opmerkelijk lang voor een vogel die niet kan vliegen, doen dienst als een soort roer. Als hij op de vlucht is gaat de ene vleugel omhoog en de andere omlaag, zodat hij kan zwenken en draaien als een vliegtuig!
http://www.dessie.be/vogels/lijst.htm
De nandoe leeft niet in het oerwoud of in de bergen, maar grotendeels op de met gras begroeide, uitgestrekte vlakten van Zuid-Amerika. Nandoes vormen kleine troepen, bestaande uit een mannetje en meerdere vrouwtjes en zij verplaatsen zich niet veel.
http://www.dessie.be/vogels/lijst.htm
Nandoes blijken bijzonder stressgevoelige dieren te zijn, zoals alle struisvogelachtigen. Ze zijn van nature ook tamelijk agressief en kunnen met hun sterke poten zonder enige moeite een geit doodtrappen.
Meppeler Courant, 1993