Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

morgen

betekenis & definitie

Het begrip morgen heeft 6 verschillende betekenissen:

1) eerste deel van de dag tot aan de middag.
eerste gedeelte van de dag tot aan de middag, gerekend vanaf de ochtendschemering of vanaf het hernemen van de activiteiten na de nachtrust.

2) bijeenkomst 's morgens.
bijeenkomst 's morgens, georganiseerd voor een optreden, evenement, activiteit of bezigheid.

3) de dag van morgen.
de eerstvolgende dag na vandaag; de dag van morgen.
Het bijwoord in zelfstandig gebruik.

4) op de dag na vandaag; op de eerstvolgende dag.

5) in, uit de (nabije) toekomst.
in, uit de toekomst, hetzij nabij, op kortere termijn, of, ook ruimer, in de toekomende tijd in het algemeen; in, uit de (nabije) toekomst.
In de voorzetselbepalingen hierna ook tenderend naar substantivisch gebruik.

6) expressie die een vriendelijke of vaak ook een neutrale groet uitdrukt bij een ontmoeting in de morgen.