Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

maand

betekenis & definitie

Het begrip maand heeft 5 verschillende betekenissen:

1) kalendermaand.
periode van 28 tot 31 opeenvolgende dagen die een van de 12 cycli vormt waarin een kalenderjaar wordt onderverdeeld en die, onder een eigen naam, als tijdseenheid wordt gebruikt om een datum te bepalen samen met de dag; kalendermaand.

2) periode van ongeveer 30 dagen.
periode van ongeveer dertig opeenvolgende dagen, gerekend vanaf een willekeurig tijdstip tot dezelfde dag in de volgende kalendermaand; ruimer ook: periode van ongeveer vier weken.

3) maand in het teken van iets.
bepaalde, veelal op zeker tijdstip terugkerende periode van ongeveer 30 dagen waarin men overeenkomstig een gebruik of na aanwijzing door een bevoegd gezag iets gedenkt, viert, vereert of onder de publieke aandacht brengt.

4) maanmaand.
periode waarin de maan haar baan om de aarde voltooit en opnieuw dezelfde positie tegenover een referentiepunt inneemt; maanmaand.

5) hoeveelheid naar een maand berekend.
hoeveelheid van iets anders dan tijd, die bepaald of berekend wordt naar de tijdsduur van een maand.