Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

Londenaar

betekenis & definitie

iemand uit Londen.

iemand die afkomstig is uit Londen; inwoner van Londen.

Voorbeelden:
Zelfs in de ondergrondse was het rustiger dan op andere zondagen, maar Ingmar Booy merkte het allang niet meer, die afwezigheid van stoïcijnse Londenaren.
Joost Zwagerman, De Houdgreep, 1986

Weet je wat ik altijd heel plezant vond? Naar Greenwich varen met de boot. De Londenaars vinden dat maar een kitscherig toeristenplaatsje, maar mij heeft het altijd gecharmeerd.
De Standaard, 1997

< >