Wat is de betekenis van Londenaar?

2024-04-30
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Londenaar

iemand uit Londen. iemand die afkomstig is uit Londen; inwoner van Londen. Voorbeelden: Zelfs in de ondergrondse was het rustiger dan op andere zondagen, maar Ingmar Booy merkte het allang niet meer, die afwezigheid van stoïcijnse Londenaren. Joost Zwagerman, De Houdgreep, 1986 Weet je wat ik altijd heel plezant vond? Na...

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Londenaar

Londenaar - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) een inwoner van Londen, of iemand afkomstig uit Londen Woordherkomst Afgeleid van Londen met het achtervoegsel -aar

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Londenaar

('londəna:r) m. (-s) inwoner, man afkomstig van Londen.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Londenaar

m. (-s), inwoner van Londen.

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)