Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

karos

betekenis & definitie

rijtuig.

rijtuig met een gesloten passagiersruimte, die met riemen aan het onderstel is opgehangen.

Voorbeelden:
De ambassadeur van de Verenigde Staten van Noord-Amerika maakte zijn opwachting bij ons staatshoofd. Al het ceremonieel was erop gericht duidelijk te maken dat de zaak niet ernstig was te nemen. In plaats van per automobiel of fiets, het logische vervoermiddel in de stad, werd de betrokkene in een karos, met lakeien op de achterplank, afgeleverd op Paleis Noordeinde.
NRC, 1994

< >