vrijbrief voor de kaapvaart.
brief, schriftelijke volmacht die door een vorst of overheid aan de kapitein van een schip werd verleend om vijandelijke schepen aan te vallen en te plunderen; vrijbrief om de kaapvaart te beoefenen.
Voorbeelden:
In 1568 begon de Hollandse opstand. Voor de bevoorrading had Lodewijk van Oranje enkele schippers een kaperbrief gegeven om koopvaarders te beroven. Op deze kaperschepen zaten ook edelen die hun privileges waren kwijtgeraakt en enkele strenge Calvinisten die gevlucht waren voor het katholieke gezag.
http://www.mindef.nl/marine/geschied.htm
Sinds mensenheugenis zijn zeevissers en koopvaarders bang geweest voor oorlog en zeeroverij. Vooral rijkbeladen handelsschepen waren een gewilde prooi voor kapers. In de middeleeuwen namen daarom de Nederlandse schippers en handelaren verschillende maatregelen. Vaak werden zij gesteund door stadbestuurders of landsheren die ook zelf belang hadden bij een bloeiende handel en een sterke zeemacht. In geval van oorlog en kleine ruzies konden dezen kaperbrieven uitreiken, waarmee zij schippers verlof gaven om schepen van de tegenstander te beroven.
http://www.mindef.nl/marine/geschied.htm
Bekende kapers met een kaperbrief waren onder anderen De Victualiënbroeders, de Nederlander Piet Heyn, de Fransman Robert Surcouf en de Engelsen Francis Drake, Walter Raleigh, William Kidd en Henry Morgan.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Kaperbrief, 30 juni 2013
Ook werden de bevoegdheden van de Admiraal duidelijker beschreven. Zo kreeg hij niet alleen het oppertoezicht over de vloot, maar ook de rechtspraak, het prijsgerecht en de uitreiking van kaperbrieven werd geregeld. De Admiraal kreeg 10% van het buitgeld en de opbrengst van de kaperbrieven.
http://www.mindef.nl/marine/geschied.htm