Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

kapelmeester

betekenis & definitie

hoofd van een muziekkapel.

iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij de leiding heeft van een muziekkapel of muziekkorps; hoofd van een muziekkapel; dirigent van een muziekkapel.

Voorbeelden:
Omdat dirigent Richard Grobben ontbrak moesten De Esdal Muzikanten uit Veeningen het met een 'vreemde' dirigent doen. Martin Oosterwijk werd voor een half uurtje tot kersverse kapelmeester gebombardeerd.
Meppeler Courant, 1993

Een circusorkest bestaat om zo fors mogelijk te onderstrepen hoe onnavolgbaar de circusnummers zijn, en dus wond de kapelmeester zich op, trok smoelen en gooide zijn breed vliegende dirigeerarmen omhoog.
Joyce Roodnat, 't Is zo weer nacht, 2001

Onze kapelmeester werd in 1967 te Almelo geboren. Hij is een rasechte tukker. Op jonge leeftijd verhuisde hij met zijn ouders naar Vriezenveen waar in 1978 zijn muzikale carrière begon bij de Vriezenveense Harmonie.
http://www.esdalmuzikanten.nl/pages/kapelmeester.php