Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

kalfsoester

betekenis & definitie

dun stukje kalfsvlees.

stuk kalfsvlees uit de haas, de fricandeau of een ander mals en mager stuk, dat dun en meestal in ovaalvorm wordt uitgesneden, dat wordt gebakken en dat doorgaans per twee stuks wordt geserveerd als een eenmansportie.

Voorbeelden:
Geef na de risotto een in boter gebakken kalfsoester, vlak voor het serveren bedruppeld met wat citroensap.
NRC, 1993

Voorbeelden van gefarceerde gerechten zijn: Varkensfricandeau met een farce van pistachenoten en zuidvruchten; Kalfsoester met een farce van kalfsgehakt en champignons; Courgette gevuld met een mengsel van het vruchtvlees, ui, spek, tomaat en basilicum.
http://www.bgp-opleidingen.nl/archief/BT200309-farceren.html

Kalfsoesters met citroensaus en courgette (4 personen). Ingrediënten: 4 dunne kalfsoesters van 75-100 gr per stuk; 4 el citroensap; 2 middelgrote courgettes; peper, zout; 85 gr boter; 1 middelgrote zeer fijn gesnipperde ui; 2 dl droge witte wijn of 2 dl bouillon van 1/3 kippenbouillon tablet; 2 el bloem; worcestershiresaus; 3 el fijngehakte peterselie; 1 goed schoongewassen citroen.
http://www.quanjer.nl/diversen/kalfsoesters_met_citroensaus_en_.htm

< >