Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

kaasboer

betekenis & definitie

producent van kaas.

iemand die kaas verkoopt voor zijn beroep; ook: iemand die de kaas die hij verkoopt, zelf produceert.

Voorbeelden:
Gabor toonde zich onder de indruk van de wijze waarop Potuyt zijn werkzaamheden als veehouder, kaasboer en als houder van een twintigtal struisvogels (voor de eierhandel) weet te combineren.
Meppeler Courant, 1993

In 1995 heeft kaasboer Kees Bakker zijn wrongelsnijmes definitief opgeborgen. Toen zijn kaasboerderij in de Barneveldse buurtschap Wencop moest wijken voor een industriegebied, gaf hij de brui aan het boerenbedrijf.
http://www.barneveld.com/oudeambachtenmuseum/