jongen.
kind van het mannelijk geslacht; jongen; joch.
Voorbeelden:
Papááááá, loop dóóóóór, schreeuwt een jochie tegen z'n vader. Talloze fototoestelletjes staan op scherp om pa, zoon, vriend, zus, vriendin of collega vast te leggen. Nergens zo’n mooi plaatje als met de zee als decor.
Haagsche Courant, 2003
"Je ziet verder weinig goede linkspoten. In Nederland idem dito. Ik geef met Arnold clinics in het land en als je dan vraagt wie er linksbenig is, steekt hooguit een van de twaalf jochies zijn vinger op. Ze raken uitgestorven."
NRC, 1994
Hij was goed bevriend geraakt met de jochies uit de buurt, die soms aan de deur kwamen bellen. Met hen fietste hij door het parkje om de hoek, of reed op hun skateboard.
Tom Naegels, Walvis, 2002