Wat is de betekenis van jochie?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

jochie

jongen. kind van het mannelijk geslacht; jongen; joch. Voorbeelden: Papááááá, loop dóóóóór, schreeuwt een jochie tegen z'n vader. Talloze fototoestelletjes staan op scherp om pa, zoon, vriend, zus, vriendin of collega vast te leggen. Nergens zo’n mooi pl...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

jochie

jochie - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord joch

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

jochie

jochie - zelfstandig naamwoord uitspraak: jo-chie 1. kleine jongen ♢ heeft het jochie al een koekje gehad? Zelfstandig naamwoord: jo-chie het jochie de jochies

2024-04-25
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Jochie

Jochie - liefkozende benaming voor jongensachtig meisje. Ik was kennelijk erg vertederend voor die oudere vrouwen, omdat ik zo jong was. Ik was heel smal en zij hadden altijd een houding tegenover me, van gosh, dat kleine jochie. (Van Kooten Niekerk 8c Wijmer, 1985). Zie ook garçonne, jongetje, knaapje, knulletje en tomboy.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

jochie

o. -s (jongetje); zie jog.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

jochie

('jɔchi) o. (—s) jongetje.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Jochie

JOCHIE, o. (-s), (gew.) jongetje.