internetbubbel.
kortdurende periode van economische opleving als gevolg van de groei van de internetsector, die vervolgens zo snel weer voorbij is dat de hausse als het ware als een zeepbel uit elkaar spat; kortdurende economische hausse als gevolg van de groei van de internetsector; internetbubbel.
Voorbeelden:
De Internet bubble, ook wel dot-com bubble of internetzeepbel genoemd, speelde van 1997 tot 2001. De aandelenkoersen in Westerse landen groeiden in die periode opvallend snel. De jarenlange koersstijging aan de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq sloeg in 2000 om in een daling. De internetzeepbel was gebarsten. Het internetsprookje was een nachtmerrie geworden.
http://www.belegger.nl/encyclopedie/term/Internet+Bubble
De financiële markten, waar prijzen het vertrouwen in de materiële toekomst weerspiegelen, pikten vorige week weer nieuwe slechte signalen op. Op het Damrak toucheerden de koersen niveaus van zes jaar geleden. Nog van vóór de internetzeepbel die welvaart zonder weerga bracht.
de Volkskrant, 10 maart 2003
Enkele jaren geleden was het een hype: consumersites die consumenten de mogelijkheid boden om samen groepskortingen te bedingen. Maar snelle groei en de internetzeepbel kostten de meeste sites de kop.
NRC, 2002
