Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

internetwinkelier

betekenis & definitie

uitbater van een internetwinkel.

iemand die voor zijn beroep een internetwinkel uitbaat.

Voorbeelden:
Internetwinkelier mist koopjesstart. Het was gisteren een valse start voor de Amerikaanse internetwinkel Amazon.com. Gedurende een half uur kon er niet worden gewinkeld door interne computerproblemen. Een slechtere dag kon Amazon zich niet indenken.
http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DST25112000_104, 25 november 2000

Gegevens van de creditcard zijn zichtbaar voor de internetwinkelier. Deze zou die kunnen misbruiken door zelf met het creditcardnummer en de vervaldatum aankopen te gaan doen. Overigens bestaat dit risico ook bij off-line transacties.
http://www.raymondceulemans.com/triple/Creditcards-NED.html, januari 2000