Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

ijdeltuit

betekenis & definitie

ijdel iemand.

iemand die zeer is ingenomen met bepaalde van zijn eigenschappen en daarmee graag pronkt en zich op grond daarvan vaak verheven voelt boven anderen; ijdel iemand.

Voorbeelden:
Met warm weer beslaat een bril en glijdt hij van je neus af, met regen zie je geen flikker en als zo'n pootje verbogen is, nou, dan heb je de hele tijd een scheve bril op en dat is volgens mij ook niet goed voor je ogen. Hoe leg ik mijn moeder uit dat lenzen echt veel beter zijn? Nu noemt ze me steeds een ijdeltuit.
Désanne van Brederode, Mensen met een hobby, 2001

Andere ministers heb ik niet op bovengemiddelde ijdelheid kunnen betrappen. In het Paarse kabinet vóór ons werd dat verwijt alleen steevast geuit ten aanzien van Tineke Netelenbos en Anne-Marie Jorritsma. Samen met Balkenende zijn dat dan drie ministers uit zestig leden van twee opvolgende kabinetten: vijf procent ijdeltuiten. Niet veel, in vergelijking met advocaten, verslaggevers, succesvolle hoogleraren en andere artiesten die veel spreken in het openbaar. Het Nederlandse systeem moedigt ijdelheid niet aan – doe maar gewoon – en politici hebben het als ze eenmaal lid zijn van het kabinet ook niet echt nodig.
Eduard Bomhoff, Blinde ambitie, 2002

< >