Wat is de betekenis van ijdeltuit?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

ijdeltuit

ijdel iemand. iemand die zeer is ingenomen met bepaalde van zijn eigenschappen en daarmee graag pronkt en zich op grond daarvan vaak verheven voelt boven anderen; ijdel iemand. Voorbeelden: Met warm weer beslaat een bril en glijdt hij van je neus af, met regen zie je geen flikker en als zo'n pootje verbogen is, nou, dan heb je d...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ijdeltuit

ijdeltuit - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die overdreven aandacht heeft voor de uiterlijke verschijning Sta je nou weer voor de spiegel? Wat ben je toch een ijdeltuit!

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ijdeltuit

ijdeltuit - zelfstandig naamwoord uitspraak: ij-del-tuit 1. iemand die erg ijdel is en met zichzelf ingenomen ♢ die ijdeltuit staat de hele dag voor de spiegel Zelfstandig naamwoord: ij-del-tuit de ijdeltuit ...

2024-04-24
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

ijdeltuit

persoon die erg met zichzelf ingenomen is, die veel aandacht aan zijn uiterlijk besteedt; ijdel iemand. Oorspronkelijk alleen van vrouwen gezegd. Reeds in de zestiende eeuw opgetekend.‘Ja,’ zegt zij, ‘jammer genoeg is het ook onnoodig er meer over te praten, de jonge ijdeltuit heeft het zelf al bekend, dat gij zijn maitresse gewee...

2024-04-24
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

IJdeltuit

Een ijdeltuit is een nuf, een pronkster, een modepop, een vrouw die erg op fraaie kleren is gesteld. Het tweede deel van de samenstelling: tuit, betekent: wufte, lichtzinnige vrouw; het eerste is het bijvoeglijk naamwoord ijdel, dat eigenlijk betekent: ledig, het tegendeel van vol. Nog betekent de samengetrokken vorm: ijl ongeveer hetzelfde. Men ve...

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ijdeltuit

s., idelteut.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ijdeltuit

m. en v. (-en), iem. die erg ijdel, mot zich zelfingenomen is.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ijdeltuit

v. en m. ijdeltuiten (ijdele vrouw, man).