de omgang van mensen met elkaar voor zover die betrekking heeft op hun leven in een huis of gezin.
Voorbeelden:
De kinderen zitten in de woon- annex eetkamer op hem te wachten: een dubbele kamer met open haard, steenkoud, die het kruispunt is van alle huiselijk verkeer.
Julia Leigh, Het tijgerspoor, 2002