Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

goklust

betekenis & definitie

lust om te gokken.

lust om te gokken; zin om te gokken.

Voorbeelden:
Een eeuw nadat ze de willoze prooi van het vuurwater van de blanken werden, verrijken de Indianen zich aan de goklust van de Amerikanen.
De Standaard, 1997

Loopt de goklust uit de hand, dan kan de aanbieder de potentiële gokverslaafde voorgoed weigeren.
De Telegraaf, 2001

Dat de opbrengst soms ten goede komt aan een nobel doel moet de goklust legitimeren.
NRC, 1994

Het Taiwanese ministerie van Financiën is zo slim geweest niet te rekenen op de burgerzin van de bevolking, maar om te spekuleren op haar goklust.
De Standaard, 1995

De meest opvallende verandering was het afvoeren van de grote paardenkoersen te Sint-Denijs-Westrem waarmee de hele kermiskar tachtig jaar vroeger op gang was getrokken. De afschaffing kwam er vooral door toedoen van de socialisten in de gemeenteraad die geen goed oog hadden in de meer kwalijke gevolgen van de toenemende democratisering van de paardensport, met name de van de burgerij naar de arbeidersklasse overgewaaide goklust en de sociale ellende die er een gevolg van was.
http://www.gentsefeesten.be/geschiedenis/aindex.htm, 1993

< >