Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

gagel

betekenis & definitie

aromatisch geurende struik.

aromatisch geurende struik met lancetvormige, getande, leerachtige blaadjes, die roodbruine scheuten krijgt en bloeit met gele katjes.

Voorbeelden:
In veengebieden en op vochtige heide bloeien nu struiken met talloze goudbruin glanzende, rechtopstaande katjes vol geel stuifmeel. Dat is de gagel. Als je langs de takken strijkt, ruik je een pittige balsemgeur. Beweerd wordt dat die geur muggen verdrijft.
http://www.natuurlijk.nl/interactief/_kalender/inhoud.htm, februari 2004

Aan de overkant van de verharde weg ligt [...] een laag terreintje, met een langwerpige waterpartij, met beschoeiingen en rietoevers [...]. Het resterende deel is grotendeels plasdras, met langs de oevers onder meer, riet, lisdodde, gagel en diverse mossen.
http://www.homepages.hetnet.nl/~ridmrt55/Inlnew.htm

Gaandeweg werden er ook bestanddelen en ingrediënten in traditionele bereidingen door andere vervangen. Voorbeelden: gagel werd vervangen door laurier, heidetakjes door tijm, melisse door citroen, gierst door rijst (enkel in pappen, taarten of vlaaien).
http://www.asg.be/nederlands/dossiers/definities.htm

Op enkele plaatsen waar een mantel-zoomvegetatie is gepland groeien gagels en jeneverbessen.
ww.brabant.nl/-/media/70C71EA9032A434191218CA94B73AF2F.pd, 1998