waterpartij
waterpartij - Zelfstandignaamwoord 1. vijver, vaak met fonteinen e.d. Woordherkomst samenstelling van water en partij
Wiktionary (2019)
waterpartij - Zelfstandignaamwoord 1. vijver, vaak met fonteinen e.d. Woordherkomst samenstelling van water en partij
Muiswerk Educatief (2017)
waterpartij - zelfstandig naamwoord uitspraak: wa-ter-par-tij 1. plek waar waterwerken zijn aangelegd ♢ verderop in de tuin zie je een waterpartij Zelfstandig naamwoord: wa-ter-par-tij de waterpartij ...
Getty Research Institute (1990)
waterpartij - Aanduiding voor passief weerspiegelende of dynamische elementen in het cultuurlandschap dat water bevat als voornaamste ontwerpkenmerk; gebruik de omschrijvingen bij 'wateroppervlakken' voor natuurlijke watergebieden.
drs. L.A. Beeloo (1981)
ook wel waterwerk, toepassing van water als sierend element in steden en tuinen. In de Renaissance, gekenmerkt door de „rust”, was het stilstaande watervlak, de waterspiegel, geliefd. In de Barok, tijdvak van de „beweging”, waren watervallen en fonteinen in trek (b.v. de waterpartijen te Versailles).
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), 1. partij op ’t water ; 2. plek grond waar op kunstige wijze waterwerken zijn aangelegd : de waterpartij in de Scheveningse bosjes.
Jozef Verschueren (1930)
v. (-en) 1. [partij, landschap] plaats met kunstig aangebrachte waterwerken : een in een park. 2. [partij, feest] plezierpartij op het water.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (-en), 1. partij op het water; 2. plek grond waar op kunstige wijze waterwerken zijn aangelegd.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: