Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

flauwerd

betekenis & definitie

flauw persoon.

iemand die flauw is; flauw persoon.

Voorbeelden:
Voor mij reed een flauwerd die precies 50 reed. Oh jongens kom op, precies 50 rijden, dat is echt kinderachtig gedrag hoor.
http://liefdagboek.blogspot.nl/2007/11/de-mensen-achter-jacq.html, 4 november 2007

Hij trekt de schouders onverschillig op. en probeert zo vlug mogelijk te vergeten wat die flauwerd te vertellen had.
Andreas Roels, De verdwazing, 1980

< >