Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie Z
- zomertentoonstelling
- zomertijd
- zomertortel
- zomertraining
- zomertrui
- zomeruitverkoop
- zomeruniversiteit
- zomeruur
- zomervakantie
- zomerverblijf
- zomerwarmte
- zomerweek
- zomerweer
- zomerwerker
- zomerwind
- zomerzegel
- zomerzon
- zomerzonnewende
- zon
- zona
- zonaanbidder
- zondaar
- zondag
- zondagamateur
- zondagavond
- zondageditie
- zondagkrant
- zondagmiddag
- zondagmorgen
- zondagnacht
- zondagnamiddag
- zondagochtend
- zondagopening
- zondagopenstelling
- zondagpastoor
- zondags
- zondagshoppen
- zondagskind
- zondagskrant
- zondagspastoor
- zondagsschool
- zondagsschot
- zondagswerk
- zondagvoetbal
- zondagvoetballer
- zondagvoormiddag
- zondares
- zondebok
- zonder appel
- zonder benzine komen te staan
- zonder benzine vallen
- zonder dank
- zonder een vin te verroeren
- zonder God of gebod
- zonder toeters en bellen
- zonder vaar noch vrees
- zonder vaar of vrees
- zone-eigen
- Zoneparc
- zonetaxi
- zonetijd
- zonevreemd
- zonevreemde woning
- Zonhovenaar
- Zonhovense
- zonlicht
- zonne-energiecentrale
- zonnebad
- zonnebaden
- zonnebank
- zonnecentrale
- zonnehoed
- zonnejaar
- zonnejurk
- zonnekijker
- zonnekloppen
- zonneklopper
- zonnen
- zonneraceauto
- zonneslag
- zonnesteek
- zonnetent
- zonneterras
- zonnetijd
- zonnevis
- zonnevliegtuig
- zonnewende
- zonnezeilschip
- zonuur
- zony
- zoogdier
- zoogkoe
- zooikoorts
- zoölogie
- zoomen
- zoon
- zoon der mensen
- Zoon van God
- zoöplankton
- zorben