Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie I
- inklaarder
- inklimmer
- inkloppen
- inkomenstoets
- inkoopkracht
- inkttekening
- inktvis
- inleenkracht
- inleesvoorstelling
- inleider
- inlelijk
- inleunwoning
- inlognaam
- inloopavond
- inloopochtend
- innovatiegericht
- inrijperiode
- inruilboom
- ins Blaue hinein
- inschrijftermijn
- inschrijvingsperiode
- inschrijvingstermijn
- insect
- insecteneter
- insectensnack
- insectivoor
- insemineren
- insjallah
- inslaan als een bom
- inslaper
- inspanningsverplichting
- inspecteur
- inspiratiedag
- inspirator
- inspiratrice
- inspraakavond
- inspraakmogelijkheid
- inspraakochtend
- inspraaktermijn
- instagrammen
- installatiesoftware
- instapmoment
- instapper
- institutionele belegger
- instructeur
- instructiebad
- instructrice
- instrumentmaker
- insuline
- insuline-injectie
- insulineafhankelijke diabetes
- insulinebehandeling
- insulinepen
- insulinepomp
- insulinespuit
- insulinetherapie
- integrator
- integritis
- intekenaar
- intensive care
- interbankentoernooi
- intercity
- intercitytrein
- interdistrictentoernooi
- interieurarchitect
- interim-directeur
- interim-periode
- interim-voorzitter
- interimaris
- interland
- interlandverplichting
- interlandwedstrijd
- interlineaire glos
- internationale reis-en-kredietbrief
- internaut
- internet
- internetaanbieder
- internetadres
- internetbankieren
- internetbellen
- internetbubbel
- internetcafé
- internetcriminaliteit
- internetcrimineel
- internetdemocratie
- internetdetective
- internetdiploma
- internetevangelist
- internetfiets
- internetgebruiker
- internetgedrag
- internetgeneratie
- internetgoeroe
- internetinspecteur
- internetjunk
- internetkrant
- internetlek
- internetondernemer
- internetpagina
- internetparkeren