Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

internetgebruiker

betekenis & definitie

iemand die gebruikmaakt van het internet.

iemand die gebruikmaakt van het internet.

Voorbeelden:
In de zomer van 2000 werden internetgebruikers echter opgeschrikt door het bericht dat het web zeker 500 maal groter is.
http://www.zoekprof.nl/achtergronden/onzichtbareweb.html

Slechts 49 procent van de internetgebruikers heeft een creditcard.
De Telegraaf, 2003

Zo kan elke internetgebruiker nu de welkomspagina van de Larousse-encyclopedie op de Compuserve-site consulteren (http://larousse.compuserve.com), maar wie iets wil gaan opzoeken, moet eerst betalen.
De Standaard, 1997

Bijna 100 procent van de internetgebruikers maakt gebruik van e-mail.
de Volkskrant, 2001

Gratis muziek downloaden is immens populair onder internetgebruikers.
NRC, 2001

< >