Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

dal

betekenis & definitie

Het begrip dal heeft 5 verschillende betekenissen:

1) laagte in het landschap.
laagte in het landschap tussen bergen, hoogvlakten of heuvels.
Soms wordt vallei als synoniem gebruikt. Dal wordt in de regel gebruikt voor een kleinere vlakte tussen bergen of heuvels; vallei wordt vaker gebruikt voor een grotere vlakte. Het dal is gewoonlijk door steilere bergen ingesloten, terwijl een vallei tussen heuvels, of op verdere afstand gelegen en langzaam afhellende hoogten of glooiingen ligt.

2) moeilijke periode.
moeilijke periode, met name in psychisch, emotioneel, sportief, financieel of economisch opzicht.

3) betontegel.
grote betontegel die voornamelijk gebruikt wordt in trottoirs; betontegel; stoeptegel.

4) Indiaas gerecht.
Indiaas gerecht op basis van peulvruchten, bijvoorbeeld linzen, bonen of erwten.

5) decaliter.
decaliter, 10 liter.

< >