Het begrip dadelijk heeft 3 verschillende betekenissen:
1) meteen op dat moment; onmiddellijk.
direct; meteen; meteen op dat moment; onmiddellijk; subiet.
Attributief gebruik bij een substantief komt weinig voor (is verouderend), in het Nederlands-Nederlands nog minder dan in het Belgisch-Nederlands.
2) zo meteen; zo dadelijk.
zo dadelijk; over enkele ogenblikken; zo meteen; binnen korte tijd; straks.
3) bepaald; daadwerkelijk.
bepaald; daadwerkelijk; direct.
Komt voor in combinatie met niet.