Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

cacao

betekenis & definitie

Het begrip cacao heeft 4 verschillende betekenissen:

1) cacaobonen.
het zaad, de bonen van de cacaoboom als natuurproduct, handelsproduct en als ruwe grondstof voor chocolade en chocolademelk; cacaobonen.

2) basisbestanddeel van chocolade.
basisbestanddeel van chocolade en chocoladeproducten, hetzij de niet-ontvette massa (cacaomassa) die verkregen wordt door geroosterde cacaobonen fijn te malen, hetzij de poederachtige substantie (cacaopoeder) die overblijft nadat het vet (cacaoboter) onder hoge druk uit de cacaomassa geperst is.
Dus meestal in toepassing op cacaomassa of cacaopoeder en onderscheiden van cacaoboter. Soms zowel in toepassing op de massa, de poeder als de boter. Van witte chocolade wordt bijvoorbeeld vaak gezegd dat het geen echte chocolade is, omdat er geen cacao in zit. Witte chocolade wordt immers gemaakt van cacaoboter, gecondenseerde melk, suiker en vanille. In gevallen waar men ook de cacaoboter "cacao" noemt, kan dus wel gezegd worden dat witte chocolade cacao bevat.

3) cacaopoeder.
cacaopoeder als consumptieproduct, bijvoorbeeld voor de bereiding van cacaodrank, als ingrediënt in gebak of voor het bestrooien van warme en koude dranken of nagerechten.

4) cacaodrank.
drank van cacaopoeder met suiker en water of melk; cacaodrank.