Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

beenhouwer

betekenis & definitie

slager.

iemand die voor zijn beroep een winkel uitbaat waar vlees en producten op basis van vlees worden verkocht; winkelier die vlees verkoopt; slager.

Voorbeelden:
Vroeger bestond er een onderscheid tussen een spekslager en een beenhouwer. Een spekslager verkocht hoofdzakelijk producten op basis van vlees. Een beenhouwer daarentegen verkocht enkel vers vlees. Vandaag is er geen onderscheid meer tussen de spekslager en de beenhouwer. Zij verkopen beiden vers vlees en producten op basis ervan.
http://www.ecoline.org/verde/publicaties/50vragen/index.shtml, 1996

"De Waalse beenhouwers kopen de kalkoen in het buitenland of soms bij een Vlaamse slachter", aldus Goossens.
De Standaard, 1996

Louis Paul Boon spelt gewoon fritten, maar Tom Lanoye schrijft heel onwennig patates frites, alsof hij vroeger nooit in een frituur gewerkt heeft en zijn vader geen beenhouwer was.
http://www.ned.univie.ac.at/non/landeskunde/be/h1/link8/link82.htm

Jan heeft zich ooit laten ontvallen dat Mercedes een wagen is voor beenhouwers, handelaars in oud ijzer en foorkramers.
Paul Desmedt, Scènes op het werk, 2000