eigenlijk.
in de grond; in wezen; eigenlijk.
Voorbeelden:
Het optisch effect van een lenticulair op een willekeurig stukje tekst waar hij wordt opgelegd is enigszins verwarrend maar au fond niet al te ingewikkeld.
NRC, 1995
Al met al ben ik meestal vrij, en vaak erg gelukkig, en, au fond, nog altijd een vooruitgangsoptimist.
J.J. Voskuil, Requiem voor een vriend, 2002
Mijn oogmerk is meer, zo omstreeks 1984, met de socialisten, die au fond meestal niet zo kwaad zijn, eindelijk weer eens een echt vooruitstrevend kabinet te vormen.
J.J. Voskuil, Requiem voor een vriend, 2002
Maar Hardenberg was au fond altijd al een slappeling geweest.
Louis Ferron, Het overspelige gras, 2002
Hij besefte, zei hij, dat het haar overvallen moest, maar hun achtergronden verschilden au fond weinig en hadden ze niet dezelfde ervaringen gehad?
Marga Minco, De val, 1984
De boodschap van beide boeken is duidelijk: de positie van Griekenland kan alleen begrepen worden in het licht van de zonderlinge wording van deze au fond nog zo jonge natie.
NRC, 1993