Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

afzender

betekenis & definitie

iemand die iets verstuurt.

iemand die iets verstuurt per post, via een bezorgdienst of een commmunicatiemiddel zoals e-mail.

Voorbeelden:
Met een aangetekende zending bedoelt men elk poststuk waarvan de afzender een afgiftebewijs wenst. Bovendien vraagt de afzender dat het poststuk aan de werkelijke bestemmeling (of zijn gevolmachtigde) wordt afgeleverd tegen ondertekening van een formulier van ontvangst.
http://pv.nl.bpg.post.be/NL/private//products/default.asp?mnid=100

Nadere instructies [...] kunnen zijn: tweede afleverpoging, derde afleverpoging, doorzenden naar ander adres, in opslag nemen, retour zenden, vernietigen, remboursbedrag laten vervallen, frankeringsvoorschrift wijzigen in franco. Alle uit de nadere instructies voortvloeiende kosten komen voor rekening van de afzender [...]. De vrachtkosten voor retour zenden komen voor rekening van de afzender.
http://www.vgl.nl/

De afzender is een bekende, en repliekt op een maanden geleden door mij verzonden mail. Aanklikken levert echter niets anders op dan de mokerslag van een teleurstelling: de mail is leeg [...]. Boos doch rechtschapen mail ik de afzender terug. Dat had ik beter niet kunnen doen. Na drie seconden krijg ik mijn mailtje terug, met de mededeling dat de afzender niet bestaat.
http://www.leidenuniv.nl/mare/2001/14/sluitingstijd.html, 2001

De afzender krijgt een bevestiging van het versturen en een code waarmee de reis van het bericht kan worden gevolgd via een website op het internet.
De Telegraaf, 2003