Wat is de betekenis van afzender?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

afzender

iemand die iets verstuurt. iemand die iets verstuurt per post, via een bezorgdienst of een commmunicatiemiddel zoals e-mail. Voorbeelden: Met een aangetekende zending bedoelt men elk poststuk waarvan de afzender een afgiftebewijs wenst. Bovendien vraagt de afzender dat het poststuk aan de werkelijke bestemmeling (of zijn gevolmachtig...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afzender

afzender - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die iets naar een adres verzenden|verzendt, de verzender Woordherkomst Naamwoord van handeling van afzenden met het achtervoegsel -er

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afzender

afzender - zelfstandig naamwoord uitspraak: af-zen-der 1. degene die een brief of het pakje stuurde ♢ de afzender van dit pakket is de KPN Zelfstandig naamwoord: af-zen-der de afzender d...

2024-04-28
ABC van Rapportagetechniek

Elling, Andeweg, Baars, de Jong & Swankhuisen (1994)

Afzender

Onderdeel van een brief waarin de gegevens van de afzender staan: naam, adres, maar ook e-mailadres en telefoonnummer.

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afzender

s., ôfstjûrder.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afzender

m. (-s), degeen die goederen, koopwaren, een brief, een boodschap enz. aan een bepaald adres verzendt of verzonden heeft. AFZENDSTER, v. (-s).

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afzender

m. afzenders (degene, die afzendt inz. goederen, brief enz ): de afzender van koopwaren.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)