Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

afzetmogelijkheid

betekenis & definitie

mogelijkheid om iets af te zetten.

mogelijkheid om een bepaald product of een bepaalde dienst af te zetten; in het meervoud als collectivum: afzetmarkt.

Voorbeelden:
Dat de bedrijven steeds vaker een beroep doen op tijdelijke of uitzendarbeid is symptomatisch voor de dwingende noodzaak om de hulpbronnen zo soepel mogelijk aan te passen aan de productie, die bepaald wordt door de afzetmogelijkheden.
http://meta.fgov.be/pdf/pd/nldf29a.pdf, 2003

Langs de aanbodzijde hebben volgende factoren een invloed op technologische ontwikkelingen: • economische haalbaarheid waarbij naast de technologische mogelijkheden, afzetmogelijkheden (aanvaarding door de consument, reglementering) meer en meer op de voorgrond treden; • economische haalbaarheid waarbij financiële risico's een steeds grotere rol gaan spelen; • aanwezige kennisinfrastructuur.
http://www.innovatie.vlaanderen.be/pbo/eindrapporten/PBO97-49-162-varkenshouderij.pdf, 1999

Ogenschijnlijk zal het de komende maanden beter gaan met de Russische economie nu de centrale bank begonnen is om, zoals in de tijd van de commando-economie, de staatsbedrijven op grote schaal van kredieten te voorzien. Geld smeert de bedrijvigheid, houdt werkgelegenheid in stand en geeft een vals gevoel van afgewend bankroet. Er kan weer worden geproduceerd - in waardeloos geld, zonder rekening te houden met vraag, afzetmogelijkheden of kosten.
NRC, 1994

Europa wil dat het uit de markt nemen van fruit en groenten niet meer als een feitelijke afzetmogelijkheid wordt gezien, maar als een veiligheidsnet.
De Standaard, 1996

Om de afzet van GFT-afval te bevorderen heeft Natuur en Milieu de gemeenten een rapport toegezonden ten aanzien van de afzetmogelijkheden, de inzameling, de verwerking, het beleid, de wetgeving en de kwaliteit van GFT-compost.
Meppeler Courant, 1995

Het wisselende spel van schommelende prijzen en afzetmogelijkheden draait soms positief en soms negatief uit.
De Standaard, 1996