Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

achterlijf

betekenis & definitie

achterste deel van het lichaam.

achterste deel van het lichaam van een dier.

Voorbeelden:
In het bijzonder wat ik van honden waarneem, maakt mij niet tot een liefhebber. Met krampachtig gekromd achterlijf zitten ze op de openbare weg.
H.J.A. Hofland, Betrekkelijke kleinigheden, 1976

De verwilderde honden - Duitse of Mechelse herders, volgens boswachter Dirk Raes die oog in oog met ze heeft gestaan - belagen mens en dier in het Zoniënwoud. Een van de dieren werd gewond aan het achterlijf toen het de boswachter aanviel.
De Standaard, 1997

Kaalheid rondom de oren, op het achterlijf en de buik zijn eveneens gewoon bij oudere hamsters.
http://www.gsmeets.be/

Aangezien poot en plasser in de lies aan elkaar vastzitten, wordt mét de eerste ook de laatste opgetild. Hierbij kromt de hond zijn achterlijf naar de boom toe, zodat zijn kop vanzelf van het onsmakelijk tafereel wordt afgewend.
Midas Dekkers, Poot: verhalen over de hond, 2000

De koe was achtergebleven aan het eind van een hooggelegen dal. Ze lag op haar zij aan de kant van een waterloopje. Uit haar achterlijf stak een halfgeboren kalf.
NRC, 1995