Wat is de betekenis van belagen?

belagen - Werkwoord 1. (ov) agressief zijn jegens iemand ♢ Hij werd aan alle kanten door zijn vijanden belaagd. 2. opdringerig iets vragen ♢ De minister werd door de journalist met een microfoon veel te opdringerig belaagd en achtervolgd. ...

belagen - regelmatig werkwoord uitspraak: be-la-gen 1. op iemand loeren om hem te willen pakken ♢ we werden belaagd door vliegen Regelmatig werkwoord: be-la-gen ik belaag jij/u belaagt...

v., bilaegje, bileagje.

(belaagde, heeft belaagd), iemands leven, vrijheid enz. op arglistige wijze bedreigen; in ’t bijz. bedekte aanslagen tegen de deugd van vrouwen doen: de kuisheid van een meisje belagen; de belaagde onschuld; — (fig.) waar de boosheid ons belaagt, beloert.

belaagde, h. belaagd (lagen leggen aan): fig. de onschuld belagen.

(bə'la.’gən) (belaagde, heeft belaagd) 1. lagen leggen aan : de onschuld -. 2. loeren op : uit een schuilhoek zijn prooi -. 3. arglistig bedreigen : iemands leven -.

(belaagde, heeft belaagd), iemands leven of vrijheid bedreigen.

...

...