streek in het Rijnland waar in de 17de eeuw artistiek belangrijk steengoed werd geproduceerd. Dit was te danken aan de vele pottenbakkers uit andere delen van het Rijnland die zich omstreeks 1590 hier vestigden, waardoor de streek al spoedig de bijnaam Kannenbäckerland verwierf.
Het Westerwald steengoed is grijs; vroege stukken hebben een blauw glazuur, die vanaf het midden van de 17de eeuw een mangaanpaars glazuur. De decoratie werd meestal gestempeld of in Kerbschnitt aangebracht: reliëfdecors komen echter ook voor. De produktie omvatte kruiken (Enghalskrüge en Sternkrüge), flapkannen, flessen en vazen. Belangrijke centra waren Grenzau waar Johann Kalb bekend was om zijn zeer grote vazen met Kerbschnitt-decor; voorts Grenzhausen waar de bekende pottenbakkersfamilie Mennicken zich had gevestigd. de vervaardiging van steengoed met over het algemeen eenvoudige versiering werd tot in de 18de eeuw voortgezet en in de 19de en 20ste eeuw opnieuw ter hand genomen. Moderne reprodukties zijn op de voet gemerkt met een serienummer.