veelal in winterse huisarbeid door boeren uit het Zwarte Woud vervaardigde klokken. De oudste stammen uit ca. 1640. zijn geheel van hout en hebben nog de foliot met de enkele uurwijzer.
Ca. 1730-1740 wordt de foliot vervangen door een korte, vóór de wijzerplaat bevestigde slinger (Kuhschwanzpendel). Ook werden veel hangklokken gemaakt, aanvankelijk met glazen, later metalen bellen met een grote, houten wijzerplaat, ronde kap en versierd met bloemdecoraties. Uit dezelfde periode stamt de koekoeksklok. Andere bekende klokken zijn: de Trompeteruhr, Schottenuhr en het Appelklokje. Vanaf 1800 werden deze klokken ook naar andere landen van Europa uitgevoerd. In het midden van de 19de eeuw werden veel van dergelijke klokken voorzien van speelwerk en automaten. Het is ook de tijd van de massaproduktie.,aanvankelijk ontwikkeld door concentratie en verdere specialisatie van de huisarbeid. later vervolmaakt in echte fabrieken, zoals bijv. die van Junghans.
