(646-794), tijdperk in de Jap. geschiedenis, toen de hoofdstad in Nara was gevestigd. Wat keramiek betreft wordt deze periode gekenmerkt door het invoeren van gekleurde glazuren, meestal monochroom gestreept of gestippeld toegepast, soms meerkleurig in groen, geelbruin en wit.
Het aardewerk vertoont veel overeenkomst met dat uit de Chinese T’ang-dynastie. De pottenbakkerijen waren vermoedelijk in de buurt van Nara en Kyoto gevestigd: de produkten waren vooral bestemd voor het hof en de boeddhistische tempels.