werd voor het eerst functioneel bij de uurwerken met veerbalans of slinger. Vóór de uitvinding van het slingeruurwerk (1656) was de tijdaanwijzing zo weinig precies, dat een minuut meer of minder er weinig toe deed.
Slechts op sommige tafelklokken komen vanaf het eind van de 16de eeuw voor de aardigheid soms extra wijzerplaten voor met een minuutwijzer. Pas op de slingeruurwerken uit de tweede helft van de 17de eeuw wordt de gecombineerde uur- en minuutwijzer algemeen. De uitvinding van de spiraalveer voor de balans (ca. 1670) gaf vervolgens de stoot lot het vervaardigen van horloges met minuutwijzer. De enkele uurwijzer blijft als enige wijzer nog tot ca. 1780 voorkomen, voornamelijk bij provinciale uurwerken. Iantaarnklokken en uurwerken die alleen als wekker werden gebruikt.