Delftse plateelbakkerij. 1638 tot ca. 1757. Eerste eigenaar is Dirck Jeronimusz. van Kessel.
In 1670 wordt de plateelbakkerij verkocht aan Willem Cleffius en later voortgezet door zijn zoon Lambertus tot diens dood in 1691. Na hem is Lambertus van Eenhoorn van 1691 tot 1721 eigenaar. Na diens dood wordt het bedrijf voortgezet door zijn weduwe tot 1724. De bloeitijd van deze plateelbakkerij valt in de periode dat Lambert Cleffïus en na hem Lambertus van Eenhoorn eigenaar waren. Beiden vervaardigden Delfts blauw dat tot het mooiste uit die tijd wordt gerekend. De decoratie was geïnspireerd op het Chinese WanLi- en K'ang Hsi-porselein, in later tijd vermengd met westerse decors.
Omstreeks 1700 krijgt polychroom aardewerk de overhand en worden m.n. cachemire-kaststellen. vazen en schotels gemaakt. Een aantal stukken uit deze periode is alleen gemerkt met LVE (Lambertus van Eenhoorn), welk merk men echter ook als LVF (Louwijs Victorsz. fecit) kan lezen, zodat het moeilijk wordt een werk aan een van beiden toe te schrijven. Dezelfde moeilijkheid doet zich voor bij het zeer fraaie zwart Delfts, dat eveneens door Lambertus van Eenhoorn werd vervaardigd. Identificering is pas mogelijk indien het fabrieksmerk of een ander merk aan het monogram is toegevoegd. Een aantal stukken, voorzien van de initialen CK, wordt toegeschreven aan Cornelis van der Kloot, vanaf 1697 als plateelschilder werkzaam in De Metale Pot. Andere bekende plateelschilders die aan De Metale Pot verbonden zijn geweest zijn : Jan van der Laan (monogram IVL).
Hendrik Jansz. Peridon (1701-1722), monogram HIP en Jan Verburg (monogram JV) vanaf 1695. Merken: LC (Lambertus Cleffius) 1667-1691; LvK (Lambertus van Eenhoorn) 1691-1722, al dan niet met toevoeging van de initialen van bovengenoemde en andere plateelschilders en -bakkers, of de letters MP (Metale Pot).
