Noordnederlandse 17de eeuwse kast uit Westfriese, vooral Friese omgeving, verwant aan de kolommenkast. Karakteristiek is de behandeling van de panelenvan de deuren die aan de bovenzijde een in bas-reliëf gestoken boogvorm bevatten, steunend op twee pilasters.
De bovenkant van dit poortje is rijk voorzien van snijwerk waarin vogelmotieven zijn verwerkt. Er bestaan twee soorten keeften. De ene is een vierdeurskast met aan de hoekstijlen kolommen ter hoogte van de hele kast. en korte kolommen boven en onder de middenregel; de panelen van de bovendeurtjes zijn vaak vervangen door een traliewerk van slanke balusters, met daarachter nog een stel ajour uitgezaagde panelen. In plaats van voetklossen zijn vaak schragen toegepast van een model dat men veel ziet onder Hindeloopermeubelen (skammels). Dit type keeft wordt ook wel aangeduid als Amelandse kast. De andere soort is een tweedeurskast met twee hoekkolommen en een middenkolom van deurhoogte.
