meest delicate vorm van glasversiering, uitsluitend toegepasl in Holland, waar het de techniek van het gegraveerde glas in de loop van de 18de eeuw ten slotte geheel heeft verdrongen. Gestipte voorstellingen zijn samengesteld uit een groot aantal puntjes.
De stiptechniek wordt beoefend m.b.v. een spitse diamant of een etsnaald, waarmee d.tn.v. lichte tikjes met een hamertje kleine, matte puntjes in het glas worden aangebracht. De aldus verkregen voorstelling ligt als een waas op het glas en is dikwijls alleen bij een bepaalde belichting duidelijk te onderscheiden. Geslipt glas wordt vaak met geëtst glas verward. Enkele details op een glas van Anna Roemers Visscher, gedateerd 1646, zijn de vroegst bekende voorbeelden van de stiptechniek. Beroemde glasstippers zijn o.a. F.
Greenwood, A. Schouman en D. Wolff.