bewerkingstechniek van metalen met voldoende rekbaarheid, vooral goud. zilver en koper. Het werkstuk wordt hierbij op een pekkogel vastgezet.
De bewerking geschiedt met drijfhamer en ponsen (metalen staafjes met vlakke kop en een vlakke, bolle of spitse punt). De contouren van de tekening worden eerst in dunne lijntjes ingeschrooid met een schrooipons (ook trasseer- of pointilleerpons genaamd,. zodat ze aan de achterkant van de metalen plaat goed zichtbaar zijn. Hierna wordt de plaat door verwarming van het pek verwijderd en omgedraaid, vervolgens opnieuw op het pek vastgezet, waarna de tekening met een pons en hamer aan de achterzijde wordt omhooggedreven totdat liet gewenste reliëf is verkregen. Ten slotte worden de contouren nog met een kleine pons bijgewerkt. Bij gecompliceerde dessins werd het werkstuk soms nog een tweede keer omgedraaid en werden bepaalde details iets teruggedreven (repousseren). Ook holle voorwerpen met nauwe opening kunnen worden gedreven: hierbij bedient de edelsmid zich van een snarhamer. een veerkrachtige stalen staaf, die in het voorwerp wordt gestoken en waardoor het metaal van binnenuit omhoog wordt gewerkt. Op het gebied van zilverdrijfvverk zijn in Nederland de Vianens en de Lutma's onovertroffen.