(Fr., cloison = lussensehot), emailprocedé waarbij tevoren metalen stroken op de ondergrond zijn vastgesoldeerd. De smalle bandjes moeten verhinderen dat de verschillende emailkleuren in elkaar vervloeien; daarom worden de stroken volgens het ontwerppatroon zodanig gebogen dat zij een doorlopende contour vormen rondom de verschillende kleurvlakken.
Nadat de glasmassa tot email versmolten is wordt het oppervlak achtereenvolgens grof en daarna fijn geslepen en ten slotte gepolijst. De cloisonnétechniek beleefde haar grote bloei in de Byzantijnse kunst van de 10de en 11de eeuw. Tegenwoordig is de techniek opgeleefd in China en Japan, het cloisonné-werk is van champlevé te onderscheiden door de volkomen strakke lijnen die door de metalen bandjes worden gevormd.