(van de Eng. term cabriole leg), meest gebezigde term ter aanduiding van de in Engeland en Nederland meest voorkomende meubelpoot uit de eerste helft van de 18de eeuw, in de Nederlandse literatuur soms aangeduid als voluut-, knie- of knotspoot, ook hindepoot in slordige navolging van het Franse pied de biche dat hindevoet betekent. De cabriolepoot is een overhoeks geplaatste poot die met een knievormige aanzet uit de beide voorste hoeken van de zitregels naar buiten springt en, zich verjongend, in een lange, naar binnen en aan het eind weer naar buiten zwenkende curve verloopt.
De pootvorm is ontstaan in de laat-17de eeuwse barok uit de zware, S-vormige in voluten eindigende poten van die periode (flemish scroll). Bij de ontwikkeling van de cabriolepoot is ongetwijfeld ingehaakt op Chinese vormen, wat ook het geval is bij een van de talrijke pootbeëindigingen. de claw and ball foot. In de dierepoten aan antiek-Romeinse en Griekse tripodes en trapezoforen vindt men echter overeenkomende vormen die stellig eveneens van invloed zijn geweest bij de ontwikkeling van de cabriolepoot. Onder de poolbeëindigingen kent men voorts nog de club- en pad foot, de claw foot en de scroll foot.
