(Du.), de in Duitsland voornamelijk door Bandelwerk bepaalde ornamentiek van de late barok, samenvallend met de régence in Frankrijk. 1710 1735. Bandelwerk (Du..
Fr. entrelacs). naam voor een siermotief gevormd uit geheel in het platte vlak gebogen, scherp geknikte en elkaar hier en daar kruisende bandstukken die steeds dezelfde breedte houden. Dit ornament is dikwijls gecombineerd met motieven als bloemen en bladranken. Van oriëntaalse oorsprong, werd dit motief reeds in het begin van de 16de eeuw door Franse boekbinders toegepast. In de binnenhuisarchitectuur en meubelkunst is het Bandelwerk het eerst ontstaan in Frankrijk, even voor 1700. waar het reeds voorkomt in ontwerpen van Jean Bérain. Men treft het vooral aan in de Franse en Duitse 18de-eeuwse vlakversieringskunst op wandpanelen en stucplafonds. Wordt ca. 1740 verdrongen door het schelpmotief.