De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Ankergang

betekenis & definitie

verbetering aan het echappement van slingeruurwerken, waarschijnlijk in 1676 uitgevonden door Robert Hooke of door William Clement, in elk geval voor het eerst toegepast door Clement. Van de ankergang zijn verscheidene uitvoeringen ontworpen die worden onderscheiden in

1. de terugwerkende ankergang (ook Clement- of hakengang genoemd). waarbij het schakelrad door de doorschommelende beweging van de slinger telkens even naar achteren wordt geduwd;
2. de in 1715 door George Graham uitgevonden rustende ankergang of Grahamgang, waarbij het schakelrad na de impuls gedurende de verdere schommeling van de slinger blijft slaan;
3. de vrije ankergang, ontwikkeld door Thomas Mudge. waarbij alleen op het moment van de impuls contact is tussen echappement en regelorgaan. De terugwerkende ankergang is de oudste vorm, terwijl nog altijd het anker-echappement van Thomas Mudge wordt toegepast in de hedendaagse horloges, de ankergang kwam als een verbetering op de tot dusver toegepaste spillegang; terwijl de spillegang met korte slinger (uitgevonden 1657) toch nog altijd een nauwkeurigheidsfactor had van 20 s p. etmaal kon de ankergang tot op 10 s nauwkeurig worden afgesteld. Vergeleken met de spillegang heeft de ankergang een veel minder diepe kanteling. Bij de ankergang hoort dan ook een lange slinger met kleine amplitude en een tamelijk zwaar slingergewicht. De meest gangbare slinger was ongeveer I m lang en had een frequentie van 1 s. Zulke 'secondeslingers' vindt men in de meeste staart- en staande klokken.