Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Varens

betekenis & definitie

of Filices, een klasse van de afd. Pteridophyta, zijn planten zonder bloemen, doch met een duidelijk gescheiden geslachtelijke en ongeslachtelijke generatie, die anders dan bij de mossen een zelfstandig bestaan voeren.

Bij de v. is de eigenlijke varenplant de ongeslachtelijke generatie (diploid), terwijl de voorkiem of het prothallium de geslachtelijke generatie (haploid) vormt en de mannelijke (antheridien) en de vrouwelijke archegoniën) geslachtsorganen draagt. de bladeren van de varens zijn meestal enkel- of meervoudig geveerd, zelden enkelvoudig (b.v. Asplenium nidus) en vormen meestal aan de onderzijde de sporen, waarmee de ongeslachtelijke voortplanting plaats vindt. De sporen ontstaan in een sporangium of sporedoosje, waarvan gewoonlijk een aantal verenigd zijn tot een sporehoopje of sorus, dat al of niet door een vliesje bedekt kan zijn. De vorm van de sori speelt een belangrijke rol bij de systematiek en kan b.v. niervormig, lijnvormig,

e.d. zijn. Soms zijn de vruchtbare bladeren (met sporangien) en onvruchtbare (zonder sporangiën) ongelijk van vorm b.v. Blechnum). De bladeren zijn in jonge toestand aan de top opgerold en groeien aan de top lang door.

De meeste bekende v. behoren tot de Polypodiaceae, die in het wild in Ned. voorkomen (b.v. in bossen, moerassen, op muren, e.d.) en als tuinplant gekweekt worden (b.v. Pteris, Asplenium. Adiantum, Cyrtomium, Microlepia, Nephrolepu, e.a.) Tn de praktijk vindt de vermeerdering vrijwel steeds plaats d.m.v. sporen, die in fijngezeefde, gesteriliseerde grond onder dubbel glas bij wij hoge temp. worden uitgezaaid. De meeste soorten worden bij plukjes verspeend en met meer planten tegelijk opgepot. Vele v. worden gebruikt voor mandvulling, sommige ook als snijgroen.

Andere fam. zijn b.v. de Osmundaceae (niet Osmunda, de koningsvaren), de Cyatheaceae (met verschillende trop. boomvarens), de Schizaeaceae (met de klimmende v. Lygodittm), e.a. De beide waterv. Salvinia, (dikwijls gebruikt als drijvende aquariumplant) en Azolla (hier en daar lastig in sloten : rood kroos) behoren tot de een eigen orde vormende Salviniaceae.