Sinds de zomer van 1950 zijn alle Ned. veehouders verplicht lid te zijn van een provinciale gezondheidsdienst voor dieren, wat insluit, dat ze hun dieren op tuberculose moeten laten onderzoeken, d.w.z. moeten laten tuberculineren (z. Tuberculose).
Tussen Mei 1951 en Mei 1956 heeft men de tuberculose volgens het z.g. vijfjarenplan systematisch uitgeroeid. Sinds Mei 1956 is het in heel Ned. verboden positief op tuberculine reagerende dieren aan te houden of anders te verkopen dan voor de slachtbank. Ter controle van dit voorschrift moet bij alle (ook op markten) te verhandelen runderen een tuberculoseverklaring aanwezig zijn, waarop behalve een schets van het dier de datum der laatste tuberculinatie staat vermeld. Tevens blijkt uit deze verklaring of het bedrijf reactievrij is, d.w.z. dat bij de laatste tuberculinatie alle dieren negatief reageerden, of t.b.c.-vrij zijn, dit wil zeggen dat in 2 jaar of langer geen positieve dieren meer op het bedrijf zijn aangetroffen. Op de t.b.c.-verklaring is verder de laatste entdatum tegen mond- en klauwzeer aangetekend, alsmede eventueel het vrij zijn van Brucella abortus van het dier of van de stal, waaruit het dier afkomstig is.Orn de bestrijding van de rundertuberculose in België aan te moedigen worden, op grond van het K.B. van 1 Juni 1951, toelagen toegekend aan de ter bestrijding van t.b.c. opgerichte verbonden, alsmede aan hun leden. Hiertoe moeten deze verbonden erkend zijn door de Min. van Landb. en opgericht volgens de door hem aanvaarde statuten. De leden kunnen in bepaalde gevallen een vergoeding ontvangen, op voorwaarde de voorschriften van de vereniging stipt na te leven, o.a.: jaarlijkse opgave van de samenstelling van hun rundveebeslag; afmaking van alle dieren die tekenen van t.b.c. vertonen; volledige gezondmaking van hun stallen, op aanwijzing van de diergeneeskundige inspecteur; toepassing van de tuberculineproef en afzondering van de verdachte dieren.
de leden van een vereniging ter bestrijding van de rundertuberculose kunnen een getuigschrift bekomen van t.b.c.-vriec stal, wanneer uit 2 opeenvolgende tuberculinaties, met tussenpoos van 1 jaar, blijkt dat hun rundveebeslag tuberculosevrij is. Volgens K.B. van 31 Mei 1951 moeten de door uiertuberculose aangetaste runderen afgemaakt worden.