Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Thuja

betekenis & definitie

fam. Cupressaceae, levensboom, is een schubconifeer, waarvan de kegelschubben aan de voet zijn ingeplant en slechts 2-3 zaden bezitten.

Zeer algemeen komt voor T.occidentalis L. uit N. Am., een eigenaardig riekende boom of struik, die in talloos vele vormen wordt gekweekt. Verder T.plicata D. DON (T.gigantea NUTT.) eveneens uit N. Am., T.orientalis L. uit China. T. worden geplant in parken en tuinen; sommige soorten zijn geschikt voor hagen.